FLORIS |
Vol ridderlijke idealen begint de jonge graaf Floris van Holland aan zijn belangrijkste opdracht: het wreken van zijn beroemde vader, die ooit tijdens een expeditie in West-Friesland werd gedood. Met een imposant leger trekt hij op tegen de Friezen, maar wordt jammerlijk verslagen. Tot overmaat van ramp komt het volk in opstand en niets lijkt nog zeker. Dan komt het keerpunt. Van hertog Jan van Brabant leert hij dat ridderlijkheid iets is voor je vrije tijd. Regeren is als schaken: je moet slimmer zijn dan anderen en altijd drie zetten vooruit denken. Floris neemt zijn raad ter harte, maar overziet hij echt het hele speelveld? Ziet hij niets over het hoofd? Kan hij wel tijd nemen voor de valkenjacht, voor zijn vrouw, zijn kinderen, zijn vriendin? En bovenal: kan hij zijn eigen edelen wel vertrouwen? Wanneer Floris na een slepende oorlog in Zeeland eindelijk vrede weet te sluiten, keren zijn edelen zich tegen hem. Gijsbrecht van Amstel en zijn vrienden smeden een complot en alles loopt verschrikkelijk uit de hand. Een historisch relaas over Floris V van Holland, een hoofse graaf die zijn tijd vooruit was, maar bleef steken in een wereld van eer, wraak en verraad. |
Floris V van Holland is in onze geschiedenis vooral blijven voortleven als de graaf die bij het Muiderslot door zijn eigen edelen werd vermoord. Onmiddellijk na deze tragische gebeurtenis ontstond er een historielied dat eeuwenlang populair was en dat waarschijnlijk door aanhangers van de daders in omloop is gebracht als een soort rechtvaardiging achteraf voor hun gruwelijke daad. Uit dit lied rijst geen fraai beeld op van Floris. Hij zou de vrouw van Gerard van Velzen hebben aangerand, in de Middeleeuwen voldoende reden voor een edelman om wraak te nemen zoals heer Gerard vervolgens deed. Als we echter naar de historische feiten kijken, leren we een graaf kennen die een hoofse opvoeding had genoten waarin respect voor de vrouw een hoofdrol speelde. Jacob van Maerlant was zijn leermeester en vele werken, waaronder zijn Arthurromans, zijn voor Floris geschreven. Frits van Oostrom heeft in zijn vele studies over Van Maerlant gewezen op de band tussen Van Maerlant en Floris. Niet alleen hoofsheid, maar ook bestuurlijke, historische, bijbelse en wetenschappelijke kennis en misschien een bijzondere aandacht voor de ‘gewone man’ heeft meester Jacob aan zijn leerling doorgegeven. Zijn hele leven heeft Floris blijk gegeven van een culturele belangstelling en van zijn respect voor vrouwen, tenminste als we daarbij in het achterhoofd houden dat een het nu eenmaal normaal was dat een vorst behalve een echtgenote ook vriendinnen onderhield. Zo gaf Floris zijn meester opdracht voor het schrijven van de Spieghel Historiael en Melis Stoke voor het schrijven van diens Rijmkroniek, het huwelijk met Beatrijs van Vlaanderen was volgens tijdgenoten opvallend goed en Floris’ talrijke vriendinnen werden goed onderhouden en bastaarden ruimhartig erkend. Kortom, niet een despoot die de vrouw van een lage edelman aanrandt. Dr. J.W. Verkaik heeft dan ook in zijn proefschrift (De moord op graaf Floris V, Hilversum 1996) definitief afgerekend met deze mythe. Aan het eind van de dertiende eeuw begint er in de Lage Landen een soort geregelde schriftelijke vastlegging te ontstaan die inzicht geeft in de bestuurlijke gang van zaken en een vracht aan feitelijke informatie biedt. Dit boek is in de eerste plaats gebaseerd op feiten, niet op de mythe van het historielied; elementen uit de mythe spelen slechts hier en daar een rol om een beetje couleur locale aan het verhaal te geven en alleen dan als ze de feiten niet voor de voeten lopen. De feiten op zich zijn trouwens al opwindend genoeg. Alleen al door historische gebeurtenissen op het politieke toneel naast belangrijke jaartallen uit het privéleven van Floris te zetten, komt een beeld bovendrijven van een turbulent leven. Sommige zaken kúnnen bovendien geen toeval zijn, bijvoorbeeld het overlijden van Margaretha, Floris’ enige dochter die ooit volwassen werd, vlak vóór het moment dat Floris echt overliep van het Engelse naar het Franse kamp; en enkele maanden later het overlijden op Witte Donderdag 1296 van Floris’ echtgenote Beatrijs, nadat duidelijk werd dat hun enige zoon niet meer uit Engeland zou kunnen terugkeren. Deze dramatische opeenvolging van gebeurtenissen is vreemd genoeg nauwelijks onderwerp van historische studies, terwijl ze gedeeltelijk Floris’ wat impulsieve, onzorgvuldige gedrag in 1296 zouden kunnen verklaren. De graaf was immers ook maar een mens. Het schatgraven in onze dertiende-eeuwse geschiedenis bracht verbanden aan het licht die mogelijk maakten dat dit verhaal meer werd dan een opsomming van feiten of een wrang sprookje. Er ontstond een relaas over typisch middeleeuwse begrippen als eer, wraak, trouw en verraad, maar ook over een man van vlees en bloed. Een man die in een woelige tijd probeerde te voldoen aan de ridderlijke norm, die streed voor het voortbestaan van zijn graafschap en zijn familie, maar die ook vergevingsgezind was, zijn naasten liefhad en oog had voor de noden van boeren en burgers. |
||
Venster sluiten |